Knorren

Het is net als met die Vuelta. De plannen voor augustus 2020 zijn bekend gemaakt en je zou het er warm van krijgen. Lang leven de voorpret! Presentatie der matadoren op donderdag, ploegentijdrit op vrijdag door bijna alle Utrechtse wijken, finish van de eerste etappe in het Science Park Utrecht en een Brabants toetje op zondag. Allemaal prima, die La Vuelta Holanda. En toch, er zit iets onder dat chagrijn geeft. Of beter, Spaans benauwd.Ruim twee jaar geleden zou het alles bij elkaar ruwweg 9 à 12 miljoen gaan kosten. Bij de presentatie in Breda werd gesproken over 14,9 miljoen. Dat is bijna net zoveel als die 15,4 miljoen die het Grand Départ van de Tour de France in 2015 heeft gekost. Of eigenlijk 15,6 miljoen, want er kwam nog een rekeningetje van de ASO achteraan, maanden later. Dezelfde ASO dus die ook tekent voor de organisatie van La Vuelta.Op een of andere manier kruipt toch dat narrige gevoel naar boven, dat ze op de burelen te Parijs grinnikend aan de geldbedragen gaan frunniken zodra ze daar in het vlakke land weer eens hebben toegehapt voor zo'n wielerfeestje. Ze zullen zich ook weer rótlachen nu zowel Rotterdam als Den Haag lonken naar een Tourstart à la Utrecht in de komende jaren. Speel maar lekker tegen elkaar uit, die rare Bataven. Dokken doen ze wel.La Vuelta is geen Tour, het heeft niet die impact. Wat niet wegneemt dat we er een heerlijk Spaans feest van kunnen maken, zoals in 2015 rond de Tour. Flamenco op klompen, voor de stieren uitrennen van de Mariaplaats door de Zadelstraat naar het Domplein. Of nee, voor de stieren uit fietsen. Olé! Maar staat die lol in verhouding tot de miljoenen die er mee zijn gemoeid?Toegegeven, wanneer of hoe dat evenwicht er is, weet ik niet. Bij alle twijfel hierbij twee getallen ter info. De stad Utrecht draagt 4,2 miljoen aan overheidsgeld bij aan La Vuelta. Voor de Singelloop (sinds 1925) heeft de stad jaarlijks 30.000 euro over.En dat knort in de maagstreek.