Het dorpsgevoel bestaat nog
In een land met 16,8 miljoen ingezetenen en met 240 deelnemers aan de Olympische Spelen deed Schalkwijk (ongeveer 2.000 inwoners) het met twee sportieve afgevaardigden uiterst verdienstelijk. Tijdens het evenement in Rio werden hun prestaties letterlijk dag en nacht gevolgd. In het plaatselijke Sociaal Cultureel Centrum De Wiese leverden de volleybalduels van het damesteam steevast een ‘uitverkocht’ huis op. Op woensdag 10 augustus was zelfs de Supporters Tour van Radio 2 in Schalkwijk te gast om het dorpsgevoel te peilen.
Floortje Dessing en Jeroen Kijk van de Vegte maakten urenlang een live-uitzending waarbij een aantal dorpsgenoten aan het woord kwam, onder wie de moeder van Robin de Kruijf, Marcella. ‘Het is ongelooflijk hoe de dorpsgenoten met mijn dochter en haar team hebben meegeleefd. Met als absolute climax de intocht in Schalkwijk terwijl het onderweg uiterst sfeervol aangekleed was.’
Bij de huldiging waren de broers Kees en Henk van Gestel de presentatoren, ze hebben een ‘verleden’ als speakers van de Tour de Schalkwijk. Ook al weer zo’n manifestatie van dorpsgevoel dat in Schalkwijk nog daadwerkelijk blijkt te bestaan. In deze jeugdwielerronde voor deelnemers van 8 tot en met 12 jaar hebben Robin de Kruijf en vooral Jan Willem van Schip een verleden. De laatste won op 11-jarige leeftijd de Tour in 2006 om deze prestatie een jaar later te herhalen.
Waar in andere plaatsen (Nieuwegein, Houten) de jeugdronde, vanwege een tekort aan deelnemertjes en aan medewerkers, geen bestaansrecht bleek te hebben, is in Schalkwijk vanaf het begin, nu zo’n 47 jaar geleden, het evenement springlevend gebleven. Er moest dit jaar zelfs een wachtlijst aan te pas komen omdat het grote aantal belangstellenden niet geplaatst kon worden bij de inschrijvingen. Extra opmerkelijk is dat de hele Tour de Schalkwijk door jongeren wordt georganiseerd, er komt geen volwassene aan te pas.
Dat Van Schip een gelijksoortige huldiging als De Kruijf kreeg, alsmede een door dorpsdichteres Marjolein Kool bedachte ‘rep’, mag symptomatisch heten. De baanrenner kwam immers slechts enkele minuten in actie omdat teamgenoot Joost van der Burg tijdens de ploegachtervolging al in de series ten val kwam. Daardoor viel deze Olympische droom meteen letterlijk in duigen. De huldiging die Schalkwijk ook voor hem op touw had gezet, alsmede de ereronde door het dorp, moet voor hem een pleister op deze fikse wond geweest zijn. Intussen is de rust in het dorp teruggekeerd, met mooie herinneringen aan de Olympische periode. Het voetbal eist weer de aandacht op van de sportminnaars in Schalkwijk, intussen is al weer een zege begroet bij Brederodes.
Zelf heb ik mijn portie dorpsgevoel al weer kunnen polsen bij de wedstrijd tussen Geinoord en SVL. Bij laatstgenoemde club voetbalde ik in de zestiger jaren samen met documentairemaker en journalist Ad van Liempt, in een tijdperk dat we nog met zwarte voetbalkicksen speelden. Er was ook nog geen kunstgras en er werd door meer en minder ambitieuze clubs geen presentatiegids geproduceerd.
Ook stond er destijds geen sponsornaam op ons ietwat vergeelde shirt en onze trainer gebruikte nooit een bord om de tactiek uit te leggen. Hij was immers een eenvoudige fruitverkoper uit het dorp maar met deze Jan van Soest werden we wel met vlag en wimpel kampioen en troefden rivalen als Benschop, Culemborg ’67 en Grift Boys af met een even simpele als doeltreffende speelwijze: dorpse inzet.
Toen we destijds kampioen werden stond er ook een indrukwekkend aantal dorpsgenoten langs de weg om ons toe te juichen. En daar moest ik in augustus nog even aan terugdenken bij de Olympische terugkeer van Robin de Kruijff en Jan Willem van Schip.
Wil je dit artikel nog eens rustig op papier nalezen? Bestel deze editie