‘De Raboploeg’ is een journalistiek hoogstandje
Het belangrijkste moment in zeventien jaar wielersponsoring van de Rabobank wordt door Maarten Kolsloot op bijna thrillerachtige wijze beschreven in De Raboploeg, eén bank, talloze jongensdromen en de vergeefse jacht op geel. Kolsloot levert een journalistiek hoogstandje. Grondig duikt hij in wat zou uitgroeien tot een instituut binnen de sportsponsoring, een grote Nederlandse bank die met haar ambitieuze Wielerplan doordringt tot in alle haarvaten van de wielersport. Dikkebandenraces voor de jeugd, financiële steun voor plaatselijke en internationale evenementen, een profequipe, een opleidingsploeg en – kortstondig – ook een juniorenploeg. Wie in de wielerwereld is er niet met de Rabobank in aanraking gekomen? Immense drukMaar niet alles gaat van een leien dakje. Dat ervaart De Rooij wanneer zijn ploeg op het punt staat de Tour de France te winnen en de bank al klaar staat om het hoofdkantoor in Utrecht geel in te pakken. Onder immense druk moet De Rooij nadat blijkt dat Rasmussen gelogen heeft over zijn verblijfplaats voor de Tour de moeilijkste beslissing van zijn leven nemen.De in Harmelen geboren en opgegroeide oud-prof is een harde werker en iemand die veel doet voor zijn renners. ‘Op menselijk vlak is Theo een bijzonder mens,’ zegt Erik Dekker. ‘Theo is gewoon een fijne kerel.’ Maar hij is ook een nerveuze man die in de stress kan schieten en alles tegelijk wil doen. Als hem een verwijt kan worden gemaakt is het dat hij de cultuur liet voortbestaan, schrijft Kolsloot. De Rooij nu: ‘Wij probeerden de veiligheid van alle betrokkenen en ook van de sporters zo hoog mogelijk te houden. Sportprestaties: prima. Maar niet ten koste van mensen.’ SpagaatHet is de klassieke spagaat. De sponsor wil publiciteit voor zijn centen en zet de ploegleider onder druk. Die eist op zijn zijn beurt prestaties van de renners. Maar het moet wel binnen de medische grenzen der wet blijven. Wat moet je dan doen wanneer vrijwel het hele peloton die grenzen overtreedt?De Rooij is niet de enige die met de doping-materie worstelt. Het overkomt ook zijn voorganger, Jan Raas. Die is nog van de oude stempel, ziet geen kwaad in hier en daar een speciaal middeltje maar moet niets hebben van epo, benadrukken ingewijden. Juist dat wordt op grote schaal gebruikt in de periode van de Rabobank wielerploeg. Wie niets doet ziet renners die hij voorheen nog klopte hem links en rechts voorbij rijden. Kortom, ga je niet mee met de stroom dan kun je net zo goed stoppen met wielrennen.Bij de Rabobank was geen sprake van een gestructureerde dopingcultuur zoals bij US Postal, de ploeg van Lance Armstrong die alles gebruikte wat maar verboden was en niet schuwde ploeggenoten onder druk te zetten. Maar compleet schoon zijn de Rabo-renners ook niet. De sponsor wil scoren in een grote ronde, het liefst de Tour de France. Raas daarentegen heeft liever renners voor de klassiekers, zoals hij zelf ook was. ‘Iedereen die top-3 rijdt in een grote ronde gebruikt.’Dat Kolsloot de Zeeuw te spreken kreeg is al een huzarenstukje op zich. Categorisch wees Raas na zijn vertrek in 2003 alle verzoeken om een interview van de hand. Maar misschien vond hij dat de tijd rijp was om zijn hart te luchten. De breuk zorgt overigens voor een aardbeving in de wielerwereld. Raas is heel loyaal aan renners en personeel, mits je zijn vertrouwen niet schendt. Maar hij botst steeds meer met de bemoeizuchtige vertegenwoordigers van de bank en wanneer zijn gezin overvallen wordt en hij een pistool tegen zijn hoofd krijgt, wordt hij onbuigzamer dan ooit.In 2012 trekt de Rabobank wanneer geruchten over doping in de wielersport een climax bereiken zich terug. Na 17 jaar komt er een einde aan het project, waarvan Utrechter Gert Sluis in het begin een van de architecten was.
De RaboploegAuteur: Maarten KolslootUitgever: Inside.Paperback, 368 pagina’s, 22,99 euro.