Adembenemende zwemdocu ook in Utrechtse bioscopen

Zij toog naar het Franse Narbonne om haar Olympische droom te verwezenlijken en onderging daar Spartaanse trainingen van de excentrieke Philippe Lucas.Het werd geen succes, integendeel. De horrorkraak van haar nek spreekt boekdelen. Het Franse regime baatte wel Heemskerks trainingsmaat, ijzervreter Sharon van Rouwendaal, die soeverein de Olympische titel op de 10 km open water pakte.

Ontroerend is haar allenige strijd met de kilometers en de dood van haar geliefde konijn. En zo ronkt de film anderhalf uur door.

Vedette Ranomi Kromowidjojo, die twee Londense Olympische titels verdedigde, zwom voor wat ze waard was maar stuitte op een buitenwacht met te grote verwachtingen. En daartegenover haar vriend Ferry Weertman, die voor een Olympische sensatie zorgde door een fractie eerder het finishbord van de 10 kilometer aan te tikken dan zijn rivaal. En als laatste van het kwintet de Utrechtse Amsterdammer Sebastiaan Verschuren, die in mei 2016 nog Europees kampioen werd op de 200 vrij, maar in Rio faalde. ToewijdingRegisseur Suzanne Raes had het geluk van de documentairemaker met het rijke contrast tussen het echec van de binnenzwemmers en de glorie op het open water. Maar dat heeft ze dan ook ten volle benut. Schitterende beelden van atletische zwemmers, hun afzien en de grenzeloze toewijding, voor die ene race.Het laatst wordt het best geïllustreerd door Verschuren die, mocht zijn liefje tijdens de Spelen overlijden, daar graag na zijn race van wordt verwittigd. De muziek is afwisselend betoverend, bij een zwemmersarm die sierlijk door het water danst, dan weer onheilspellend als donkere wolken zich boven een van de zwemmers samenpakken.Het verhaal wordt verteld aan de hand van uitspraken van de zwemmers zelf. Meer is niet nodig, beeld en geluid volstaan. Ten slotte: de film is niet alleen voor zwemliefhebbers. Raes bevestigt dat: ‘Ik heb expres in de montage mensen erbij gehaald die niks van zwemmen weten, het moest een universeel verhaal worden.’Juist, over het leven zelf.Waardering: *****De film draait in Utrecht in Filmtheater ’t Hoogt en Pathé Rembrandt Enkele reactiesSebastiaan Verschuren, opgegroeid in Nieuwegein en gestopt met topsport: ‘De film vond ik indrukwekkend. Hij laat goed zien wat je ervoor over moet hebben en laten in de topsport. Ik had de limiet voor de 200 vrij al in 2015 gehaald en had nog een jaar om me te kwalificeren voor de 100 vrij. Drie pogingen mislukten en uiteindelijk op het EK in 2016 wel, ik werd toen gelijk ook Europees kampioen. Een mooie route naar Rio, waar ik helaas geen medailles pakte.’Ferry Weertman, geboren in Naarden en Olympisch kampioen van Rio op de 10 km open water: ‘De film vind ik tof. Je hoeft niks van zwemmen te weten om de film te begrijpen. Het is mooi om een kijkje achter de schermen te hebben om te zien wat wij er allemaal dagelijks voor doen, voor die 0.03 seconde. Ja, we zijn veel bezig met details. Marcel (Wouda, de bondscoach, red.) is bijvoorbeeld naar de bouwmarkt gegaan om spullen te kopen voor een finishplaat. Daar heb ik veel mee geoefend en is me in de Olympische race goed van pas gekomen. Ik tikte een fractie van een seconde eerder aan dan mijn rivaal Gianniotis.’ 

Vorige
Vorige

Prijzenregen Judoschool Barberio

Volgende
Volgende

Eendrachtig Haarzuilens maakt ‘Halve’ groot