Lars van der Haar tankt met derde plaats zelfvertrouwen voor WK

Lars van der Haar mag je nooit afschrijven. De 33-jarige Woudenberger kende, ook al voelde hij zich helemaal niet slecht, een mindere crossperiode rond de kerst en de jaarwisseling en zijn seizoen leek een beetje als een nachtkaars uit te gaan. Maar in de GP Hoogerheide richtte de taaie veteraan zich op. Hij kwam als derde over de finish en mag zich in het rijtje outsiders scharen voor het WK volgende week zondag. Dat maar een topfavoriet kent: Mathieu van der Poel.

Lars van der Haar.
Foto: Baloise Glowi Lions

Ondanks een blessure aan zijn ribben hield ‘Matje’ afgelopen weekeinde huis in zowel de wereldbeker van Maasmechelen als een dag later in Hoogerheide. Van der Poel kwam in beide crossen solo over de finish met minuten voorsprong op de rest van het veld. In Maasmechelen mocht landgenoot Joris Nieuwenhuis even de leiding nemen tot Wout van Aert zich aan kop nestelde. Dat was Van der Poel te gortig. Hij versnelde en mede door verschillende schuivers van Van Aert had hij in een mum van tijd een halve minuut voorsprong. Van der Haar was goed weg, maar viel gaandeweg wat terug. Hij bleef hangen rond plaats acht en klom in de slotfase nog een plek ondanks een gebroken ketting. Dat het een slagveld was, bleek wel uit de verschillen. Op de streep had Van der Poel 1.14 minuut voorsprong op Van Aert, Van der Haar zat als zevende al ruim boven de drie minuten.

De Woudenberger hield zich in Hoogerheide, waar hij in 2017 zelfs triomfeerde, even koest om zich steeds nadrukkelijker aan het front te manifesteren. Achter de ongenaakbare Van der Poel was ook de winnaar van de wereldbeker Michael Vanthourenhout gevlogen maar de derde plek was voor Van der Haar een heel mooi succes. Nu ‘beperkte’ hij het verschil met Van der Poel tot 1.57. In het eindklassement van de wereldbeker eindigde hij als zesde.

Van der Haar was bij met zijn podiumplaats. ‘Het was voor mij wel een verrassing vandaag, al rijd ik al een tijdje met goede benen. Toen Michael ging kon ik hem niet volgen, maar ik had wat overschot in het groepje waarin ik zat. Toen was het alles of niets.’