‘Wanneer ik verlies ben ik niet te genieten’
Net als veel andere jongens probeerde Bredi Slinkers het eerst op het voetbalveld. ‘Toen ik vier of vijf jaar was heb ik een paar keer op het veld gestaan bij Sterrenwijk, wat nu DHSC is, maar dat was niet zo’n succes. Mijn vader wilde me meenemen. Hij trainde daar de meidenteams, maar voetbal vond ik niet leuk. Het omgooien van de pionnen was het enige waar ik mee bezig was. Ik ben ook geen groepssporter.’Nadat hij eenmaal kennis had gemaakt met de worstelmat, was hij om. ‘Dat was in het begin als jongen van vijf jaar gewoon stoeien en de ander proberen om te gooien. De technieken die er nu bij komen kijken, vind ik het leukste om één op één toe te passen. Daarbij moet jij je natuurlijk wel aan de regels houden. Niet trappen, niet slaan, niet killen, geen verwurging en niet spugen’, zegt hij resoluut.Vader Terry Slinkers vult aan: ‘Hij drijft echt op zijn inzet, hij wil altijd winnen. Bredi was net vijf jaar en een week lid van De Halter toen hij al mee deed aan zijn eerste clubkampioenschap. Hij won direct een bronzen medaille.’Bredi haakt in, hij meent dat het toch echt een zilveren plak was, maar na enige discussie blijft het bij de derde plek. ‘Mijn vader weet altijd precies wie er heeft gewonnen.’ Hij zit er rustig bij, petje op en klaar om ieder moment het gevecht aan te gaan. Hij leeft voor zijn sport. ‘Ik train twee keer per dag. Met school zijn er afspraken gemaakt die het worstelen mogelijk maken. Dat is fijn. Mijn examen kan ik over twee jaar uitsplitsen, ieder jaar drie vakken. Wat ik daarna ga doen, dat weet ik nog niet. Eerst wil ik zoveel mogelijk uit de sport zien te halen.’ Goede planningOndersteuning van de bond krijgt hij in het algemeen niet bij zijn wedstrijden, wel wanneer hij zoals nu in Italië en straks bij het European Youth Olympic Festival voor Nederland uitkomt. ‘Het is allemaal goed plannen. In januari zijn we naar Denemarken geweest voor een internationaal toernooi, vervolgens was er een trainingskamp in Moldavië waar hard getraind is.’Bredi wordt niet meer door zijn vader getraind die vooral de allerjongste jeugd traint bij De Halter. ‘Ik probeer hem op de rit te houden, probeer sponsoren te zoeken en organiseer toernooien voor goede krachtmetingen. Daarnaast ben ik als combinatiefunctionaris in IJsselstein actief en verantwoordelijk voor Speeltuin Abstede. Hier geven we ook workshops gericht op sport en spel.’Ook Bredi geeft training aan de aanstormende talenten. ‘Dat is leuk om te doen. Eén keer in de week train ik de jeugd van vijf jaar.’ Trainen is bij hem een gevoelskwestie. ‘Ik heb veel begeleiding nodig, ze moeten af en toe wel achter me aanzitten maar wanneer ik me goed voel dan train ik ook veel.’ ImpulsiefNa het Pinksterweekeinde vertrok hij naar Italië voor het EK. Hij weet hoe hij een kampioenschap in moet gaan. ‘Het is elke ronde goed opletten en je kansen pakken. Ik ben best wel impulsief. Eerst doen en dan denken, zit in me. Bij wedstrijden is het soms goed dat andersom toe te passen. Maar ik kan van iedereen winnen.’Voor zo’n kampioenschap moet alles wijken. ‘Ik houd niet van een vette hap maar wel van eten. Drie keer per dag is voldoende en dan is het zaak om niet te veel koolhydraten binnen te krijgen en geen suiker. Het is veel groenten, kip, vis en ook wel rijst wat ik eet. Het is altijd zaak om goed op je gewicht te letten omdat je in bepaalde gewichtsklassen uit komt.’Eerder dit jaar werd hij bij een wedstrijd in Estland tweede omdat hij zijn tegenstander onderschatte. ‘Dat mag niet meer gebeuren. Daar had ik zeven wedstrijden gewonnen en dacht ik dat ik er al was. Dat is een fout die je niet mag maken.’ Beste ter wereldWat er in juli in Azerbeidzjan gaat gebeuren, is nog open. Dat hij in elk geval voor de winst gaat, is zeker. ‘Altijd wil ik winnen. Of het nu op tijd is, wanneer de tegenstander op zijn rug ligt of dat ik met 8-0 in punten win. Dan is het namelijk ook afgelopen. Het toernooi in Azerbeidzjan is nieuw en leuk om naar toe te gaan.’Hoe hij zichzelf in de sport ziet wanneer hij ouder is, weet hij wel. ‘Wanneer ik 18 jaar ben wil ik één van de besten van de wereld zijn. Het liefst de beste. Vanaf 23 jaar ben je in onze sport pas senior dus er valt genoeg te presteren. De planning moet ik dan maar zien. Misschien MMA-gevechten of competitie in het buitenland.’Dat doet hij nu ook al in Duitsland. ‘Ik kom uit voor Mülheim. Dit jaar al voor het tweede seizoen, de competitie gaat in oktober weer van start.’Zoals gezegd is de focus de komende tijd gericht op grote evenementen. ‘Ik moet het vuur hebben.’ Angst in de sport kent hij niet. ‘Het is menselijk om angst te hebben maar in de sport moet je niet bang zijn, anders kan je net zo goed stoppen. Het is zaak om voorzichtig te zijn en op het juiste moment toe te slaan. Dat wil ik de komende tijd ook doen, let maar op.’