Waarom zou je moeten gaan dammen?

In 1912 was het moderne dammen vooral populair in Frankrijk. Daar kwamen de beste dammers vandaan en alle wereldkampioenen tot de Tweede Wereldoorlog waren Frans, op twee na. De eerste, in 1912 heette, Herman Hoogland en de tweede, in 1928, Ben Springer. Dat waren Nederlanders.Die populariteit in Frankrijk heeft overigens een opmerkelijk gevolg gehad. Dammen werd door hen verspreid in hun Afrikaanse koloniën. Daar werd het spel populair. Je hebt er immers niet veel voor nodig: 40 kroonkurken en wat lijnen in het zand. Tegenwoordig wordt daar op topniveau gespeeld.Na de Tweede Wereldoorlog werd de hegemonie overgenomen door de Russen, met onderbrekingen. Piet Roozenburg (4x wereldkampioen), Ton Sijbrands (2x), Harm Wierma (6x) en Jannes van der Wal (1x) deden ook mee. Maar sinds 1984 kwam er elke keer een Rus bovendrijven, tot dit jaar.Ineens was er die match tussen Roel Boomstra (23 jaar) en Jan Groenendijk (18 jaar), door Boomstra met 16-8 gewonnen; twee jonge knullen en Nederlanders. Dammen kwam in het nieuws. De jeugdige spelers schoven zelfs aan bij talkshows.Verrassend was het niet helemaal. De laatste eeuw namelijk hebben de Nederlanders ook flink aan de weg getimmerd wat betreft theorieontwikkeling, compositieontwerp en (internationaal) bestuur en wedstrijdorganisatie. Op dit moment is een Nederlander voorzitter van de werelddambond. Hij heet Harry Otten en is bij de meeste mensen misschien beter bekend als weerman op de tv.En iemand die een keer komt kijken bij OG (damvereniging Ons Genoegen)in Utrecht kan zo tegen een ex-voorzitter van de Werelddambond ...


Bent u geïnteresseerd om dit hele artikel te lezen? Dat kan. U heeft daarbij deze mogelijkheden:- U koopt de krant bij een verkooppunt bij u in de buurt- U kiest voor een abonnement op de krant- U bestelt een losse uitgave van de krant waarin dit artikel gepubliceerd is- U bestelt dit artikel los 

Vorige
Vorige

3 februari in de Utrechtse Sportkrant

Volgende
Volgende

‘De jeugd moet een uitdaging hebben’