Stem mee voor de Sportprijs Utrecht 2019 | Sporttalent
‘Waar je het beste in bent, is het leukst’Het kan Lotte Hosper niet zwaar genoeg zijnZwemmers weten niet beter. Ook bij de 17-jarige Lotte Hosper jengelt elke ochtend voor dag en dauw de wekker en worden er kilometers gemaakt. Eerst in de auto, dan in het water. Zo’n 2,5 jaar was Den Haag ’s ochtends de bestemming en vaak na schooltijd nog een training in Zeist. Tegenwoordig is het Amsterdam en al gaat de wekker nu wat later af dan half vijf, die kilometers moeten toch worden gemaakt.Zwemmen is haar lust en leven. ‘Ja, maar niet altijd,’ zegt ze. ‘Soms zijn er dagen dat je toch wel in bed zou willen blijven liggen.’ Voor haar ook geen feestjes, zoiets als wintersport of ’s avonds iets leuks op televisie. Dan is zwemmen minder leuk. En toch. Toen ze rond kerst en nieuwjaar tien dagen vrij had, miste ze het zwemmen al snel.Hosper beleefde een ‘topjaar,’ zoals ze zegt. Haar mavo afgerond, een slordige vijftien medailles op tal van wedstrijden en nationale juniorenrecords op de 400 meter wisselslag (4.53,37) en 200 vlinderslag (2.12,80), tevens de zesde en derde tijd op de ‘allertijden’ ranglijsten. Tussen de senioren dus.Zware nummers liggen haar: ‘Waar je het beste in bent, is het leukst.’ Ze heeft nog weleens discussies met haar coaches die willen dat ze tijdens een toernooi kiest voor één afstand. Maar Lotte Hosper doet het liefst alles. ‘Wisselslag is het leukst. Ver, zwaar. Bovendien zijn anderen daarin meestal minder goed.’Met dat record op de vlinderslag werd ze overigens vijfde op de EJK in Kazan, vorige zomer. Sindsdien traint ze in Amsterdam met Team24, dat zich richt op de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. Zeven jonge zwemmers, met de beste zorg omgeven. Lotte Hosper gaat er vol voor. Nu nog een rijbewijs, want na al die jaren trouw dochterlief heen en weer rijden, willen haar ouders zich graag nog eens omdraaien als die verdraaide wekker in alle vroegte weer afgaat.
‘Tokyo, I’m on my way.’N’Ketia Seedo sprint zomaar naar de wereldtopZou ze Corrie Bakker kennen? Heeft ze ooit gehoord van Gruppo Sportivo? Wat zijn dit voor vragen, kijkt N’Ketia Seedo verbaasd. Pas 15 jaar was ze, toen ze op 16 februari 2019 achter Dafne Schippers en Jamile Samuel derde werd op de 60 meter tijdens de NK-indoor voor senioren in 7,27 seconden.A star is born. Op slag veranderde alles in haar jonge leven. Interviews, foto’s, journalisten, diezelfde avond nog twee cameraploegen bij haar thuis in Zuilen. ‘Het was niet normaal.’ Geen wonder, haar tijd was abnormaal snel. Nooit eerder had een junior (-20) in Nederland zo snel gelopen. Seedo verbeterde het oude juniorenrecord van Dafne Schippers (7.28) en was wereldwijd met de Amerikaanse Tamara Davis de snelste van 2019 over 60 meter. In de zomer, net 16 jaar, pakte ze zilver bij de EK (-20) op de 100 meter, 0.003 achter de 19-jarige Italiaanse Vittoria Fontana. Seedo was niet eens écht blij. ‘Omdat ik in de halve finale sneller had gelopen.’Sinds haar zevende jaar traint ze bij U-Track en Juul Acton (‘meer dan een trainer voor mij’), die haar talent zag bij een schoolwedstrijdje. In die tijd ook ging ze saxofoon spelen. Hoewel ze gek is op muziek verhuisde haar sax niet mee naar Papendal (‘maakt te veel lawaai’) waar ze sinds de zomer woont, traint en naar school gaat.De progressie is er, het is niet uitgesloten dat ze naar Tokio gaat als lid van de estafetteploeg. Ruim een halve eeuw na Corrie Bakker zou er dan opnieuw een atlete uit Zuilen in de Olympische estafette uitkomen. Tijdens Mexico ’68 liepen Bakker & co in de halve finale zelfs een wereldrecord-voor-één-dag (43,4), om in de finale vierde te worden. En Gruppo Sportivo? Dat was een wat melig popbandje uit Den Haag dat eind jaren ’70 zong: ‘Tokyo, I’m on my way. And in my new Toyota it’s not so far away…’
‘Je hebt geen kracht nodig als je techniek goed is’Ster bij PSV wil elke dag naar pleintje ‘Hier is het begonnen,’ zegt hij. ‘Tussen die rode doeltjes. Altijd met de bal bezig, altijd. Balbehandeling, techniek, panna’s, gekkigheid.’ Techniek is heel belangrijk, zegt hij. ‘Fysiek ook natuurlijk, maar je hebt geen kracht nodig als je techniek goed is.’Het pleintje op de Adenauerlaan is zijn thuis, ook nu de 17-jarige Mohammed Ihattaren in Eindhoven woont en zijn doorbraak bij PSV beleefde. ‘Als ik een paar uurtjes vrij ben dan móet ik naar het Kanaleneiland, naar mijn vrienden. Ik wil dit zien, liefst dagelijks. In Eindhoven woon ik luxer dan hier, maar het gaat om waar je je het beste bij voelt. En mijn gevoel ligt hier, dat zal nooit weggaan.’Tegenover de euforie en zijn bewierookte voetbaltalent stond afgelopen jaar het overlijden van zijn vader, begin oktober. Toen hij met PSV op 19 oktober in Galgenwaard speelde, was er een ovatie voor de speler met rugnummer 24 in de 24e minuut. Als warme blijk van medeleven. ‘Mooi moment, mooi gebaar. Zal ik nooit vergeten. Ik had 24 kaarten gevraagd voor familie, vrienden. Ik zag hun kopjes naar beneden. Dan is het wel raak… Vanaf dat moment had ik eigenlijk geen gevoel meer, die hele wedstrijd niet. Ik was weg, was er gewoon niet bij. Dat is ook logisch, denk ik.’Zijn broer Yassir steunt hem in alles, is met hem meeverhuisd naar Eindhoven. Bij PSV is Ibi Afellay zijn ‘grote broer’ die hem rustig houdt als hij zich aan iets ergert of gewoon verliest. Kan hij niet tegen. ‘En ik heb die pit van de straat natuurlijk...’ Maar uiteindelijk moeten zijn eigen schouders de druk dragen, wat hem opmerkelijk goed lukt. Mo Ihattaren: ‘Ik denk omdat ik buiten het veld andere dingen doe, die niks met voetbal te maken hebben. Zwemmen bijvoorbeeld, met vrienden in Den Hommel. Ga ik zo ook weer doen. Effe bubbelen, elkaars verhalen aanhoren.’