Ronald Hennekes neemt afscheid van SportUtrecht

Het moeten tropenjaren zijn geweest. ‘Pittig, ja. Het was hard werken. Maar tropenjaar klinkt wel héél zwaar.’ En juist nu de samenvoeging van Harten voor Sport en de VSU goed is verlopen, de meest pittige jaren voorbij zijn en de nieuwe organisatie nieuwe stappen kan gaan zetten, stapt hij op. Ronald Hennekes blijkt het eerder al zo te hebben bedacht: ‘Bij aanvang al wist ik dat ik dit voor drie jaar zou doen. De opbouw van een nieuwe organisatie is iets anders dan het door-ontwikkelen. Ik zie mijn kracht daar ook wat minder. Ik ben een meer doener, dat bouwen vind ik leuk. En op het moment dat het redelijk staat, wil ik andere dingen gaan doen.’ Goed, die drie jaar werden er ruim twee, wat heeft te maken met keuzes in zijn persoonlijke leven. Dat neemt niet weg dat SportUtrecht volgens hem nu toe is aan een nieuwe fase. Daarin zit hij op één lijn met de Raad van Toezicht.

SportUtrecht is het aanspreekpunt voor sportstimulering, verenigingsondersteuning,belangenbehartiging, topsport en talentontwikkeling en promotie van de Utrechtse sport.

 -Wat behelst die nieuwe fase?‘Er spelen een boel ontwikkelingen en dan laat ik corona nog buiten beschouwing. Wat we al langer zien is dat de scheidslijn van wie wel en wie niet sport steeds scherper langs de sociale structuur loopt en we slagen er maar ten dele in om dat goed te integreren. We moeten dat bij de kladden pakken. Hoewel de 500 sportclubs in Utrecht fantastisch werk doen, krijgen we die clubs en de niet-sportende mensen niet dichter bij elkaar. Dat hebben we al eerder vastgesteld. We hebben er ook allerlei programma’s voor, van Sport Doet Meer en Sport op Maat tot Beweegmaatjes en ga zo maar door. Er zijn mooie initiatieven zoals de Derde Helft bij Hercules met zestig, zeventig ouderen uit de wijk.’ Een goed voorbeeld is voor hem echter te weinig: ‘We moeten er structureel meer aan doen.’ -Het komt aan op de uitvoering?‘Daar moeten we als organisatie scherper op koersen. En daar hoort ook bij dat we andere dingen minder moeten gaan doen. We gaan als SportUtrecht over alles, van topsport tot buurtsportcoaches, en dat is uiteindelijk niet de goede weg. Als wij als hoofdtaak zien dat we enerzijds de georganiseerde sport, de clubs dus, ondersteunen en anderzijds zoveel mogelijk mensen in staat stellen om te gaan sporten en bewegen, moeten we minder actief zijn bij andere activiteiten. Anders versnipperen en verwateren we onze kracht en die ligt juist op die twee fronten. Dáár kunnen we het verschil maken. Keuzes maken dus.’ -Gaat topsport daarbij afvallen?‘Dat niet,’ zegt Hennekes. De ondersteuning van de topsportverenigingen zal niet zomaar verdwijnen. Toch zegt hij ook: ’Topsport vraagt wel om een andere positionering. In de steden om ons heen is het apart georganiseerd en dat zou de kracht van topsport wel eens ten goede kunnen komen. Maar talentontwikkeling willen we juist in onze gelederen houden. Dat begint al op jonge leeftijd, met een centrale rol voor trainers, buurtsportcoaches en de verbinding met onderwijs. Denk aan atletiektrainer Juul Acton die N’Ketia Seedo zo oppikte, maar ook aan meer en bewuster aandacht voor plezier en ontwikkelgericht opleiden van jonge talentvolle sporters bij verenigingen en Regionale Talentcentra. Die kant van topsport is voor ons wezenlijk, dát willen we vastpakken, samen met het Utrecht Talent Center.’ -Voor de VSU was de rol van belangenbehartiger voor de sportclubs altijd een belangrijke. SportUtrecht heeft die rol nu. Via de zogenoemde Vergadering van Aangeslotenen kunnen de clubs zich uitspreken. In november vorig jaar werd de eerste, maar ook enige bijeenkomst tot nog toe gehouden. Dreigt het niet te verwateren?Ronald Hennekes maakt duidelijk dat belangenbehartiging niet één op één is gekoppeld aan die VvA. Maar hij geeft ook aan: ‘Met dit issue zijn we niet klaar. We moeten er de komende tijd meer handen en voeten aan geven, al ben ik er in de basis van overtuigd dat SportUtrecht de belangenbehartiging heel goed oppakt.’‘Toen corona kwam, waren we overdonderd en hebben gaandeweg moeten ontdekken wat er onder druk kwam te staan. Toen de lockdown kwam werden de hekken van de sportvelden gesloten, gingen de deuren van de hallen dicht en konden ook de sportscholen ineens niks meer... We begonnen met de tarieven, waar de clubs aan vastzaten. Bij de zaalclubs kon de gemeente al vrij snel toezeggen dat ze geen huur in rekening zouden brengen, bij de veldsporten lag dat heel gecompliceerd. Een technisch verhaal, snapten we ook, maar het kon toch niet zo zijn dat zaalsporten niet en veldsporten wel huur moesten betalen. Los dit op, hebben we tegen de gemeente gezegd. We hebben toen knetterhard die rol van belangenbehartiger gespeeld.’ -Het telt als SportUtrecht aan de bel trekt?‘We worden volledig serieus genomen. Schaarste is er altijd, de keuzes soms pijnlijk. Dat snappen we ook. Tegelijk hebben we ook gezegd dat we staan voor het belang van de sport. Bij onze rol past dat we geen rekening hoeven te houden met andere belangen. Daar is de gemeente dan weer voor, die een afweging moet maken tussen de vele belangen. Werken met de gemeente, heb ik wel ervaren in de afgelopen jaren, is nooit helemaal een geëffend pad.’ Zo omschrijft Hennekes de dossiers ‘zwemwater’ en ‘roeiwater’ zonder meer als weerbarstig. ‘Maar laten we ook zeggen dat er heel veel goed is. Kijk naar wat we in de stad aan sportstimulering doen en wat we aan accommodaties hebben. Daarin bungelt Utrecht niet ergens onderaan. En onze samenwerking met de gemeente is over het geheel genomen heel goed.’Toen corona kwam in maart, vertelt Hennekes, werd in aller ijl binnen SportUtrecht een team geformeerd met deskundigen van verschillende afdelingen, dat alles over de gevolgen van het virus voor de Utrechtse sport in kaart moest krijgen. ‘Corona heeft zo versterkt hoe we als organisatie willen zijn. Drie jaar geleden hadden we al ideeën over de ‘wendbare organisatie’ waarbij deskundigen uit verschillende disciplines op één thema worden gezet. We hebben er destijds maar even mee gewacht, anders zouden we teveel overhoop halen. Nu zijn we er wel aan toe, dat vindt iedereen.’

Vorige
Vorige

Jeroen Manschot leidt eredivisieduel Groningen-FC Utrecht

Volgende
Volgende

Lars van der Haar vijfde in Superprestigecross Gieten