Oud UVV’ers van voetbalveld naar beruchte Mont Ventoux
De gezamenlijke activiteit na de voetbalcarrière begon met een potje biljarten, wat sommigen nog steeds doen in het clubhuis van UVV en bij De Pomerans. Met dat laatste team wordt aan de competitie van de SUBC (Stedelijke Utrechtse Biljart Competitie ) deelgenomen. De meest bijzondere gezamenlijke hobby werd echter een jaar of tien geleden het fietsen en niet zo maar een rondje om de kerk.Bij de term ‘Le Géant de Provence’ (De reus van de Provence) weten de kenners het wel. Het gaat dan over de Mont Ventoux, die puist van 1.909 meter hoog die boven alles uit torent in de fraaie streek in Zuid-Frankrijk. Al sinds jaar en dag is de ‘Kale Berg’ een niet te negeren uitdaging voor een groepje fietsers op leeftijd, die gemeen hebben dat ze allemaal lid zijn van UVV, rond de 70 jaar en inmiddels opa.Initiatiefnemers zijn Peter Aardoom en Gert Jan Vader. Aardoom ruilde een paar bromfietsen in voor een goede racefiets en Vader schafte op medisch advies een fiets aan, omdat de artsen een versleten heup bij hem constateerden. Hij kocht zijn eerste racefiets op vakantie in Frankrijk. ‘Een Motobécane met versnellingen, waarbij je maar moest gokken of je zwaarder of lichter moest trappen,’ grapt Vader. Zowel Aardoom als Vader rijden tegenwoordig op professioneel materiaal. Aardoom bedwong ook al eens de Tourmalet, de Aubisque en de Aspin, drie Alpenreuzen uit de Tour de France. Kok en chauffeurOp een avond in 2007 deed Vader in het clubhuis van UVV het voorstel om de Mont Ventoux te beklimmen. Aardoom was onmiddellijk ‘om’ . Het boek de Kale Berg werd bestudeerd en nog geen twee weken later zaten de heren op de fiets.De groep bestaat de laatste jaren uit een vaste kern van vier man: Peter Aardoom, Gert Jan Vader, Ab Woutersen en niet te vergeten steun en toeverlaat Jan Bakker, die fungeert als kok, chauffeur van de materiaal- en tevens volgwagen.Al ruim tien jaar trekt dus dit groepje zuidwaarts, waarbij in het verleden ook nog andere UVV-coryfeeën met enige regelmaat acte de présence gaven. Bas van Rooy en Ruud van den Berg waren meerdere malen van de partij en ook Rob Slikker fietste eenmaal mee. Overdag wordt er gefietst in het golvende en soms erg steile landschap van de Vaucluse. ’s Avonds komen dan de sterke verhalen en anekdotes los, al dan niet aangespoord door de consumptie van enige alcoholische versnaperingen.Wel met enige discipline, want de Mont Ventoux moet minstens tweemaal bedwongen worden en dat gebeurde ook immer. Ieder in het eigen tempo, maar boven kwamen ze altijd, al moest op sommigen zo rond het gedenkteken van Tommy Simpson (de Britse profwielrenner overleed in1967 tijdens de beklimming van de Mont Ventoux, na een combinatie van amfetaminetabletten en alcohol), de nodige moed worden ingesproken om die laatste kilometer, met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,2 procent, te slechten.‘Vertrekpunt is steeds het pittoreske plaatsje Sault,’ zegt Ardoom (69) , de ‘mietjeskant’ volgens de echte klimmers. ‘Daarna volgt het echte werk met een beklimming van 26 km en een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 5 procent.’ Vader (71) vult aan: ‘De beklimming lukt ons niet zonder één of twee keer te stoppen, maar het is Peter eén keer gelukt om de top te bereiken zonder ook maar met één voet de grond te raken.’Ze doen de afdaling de laatste jaren richting Malaucène, waar met stukken van rond de 12 procent hoge snelheden bereikt kunnen worden. ‘Helden’ binnen het groepje zijn op hun dunne bandjes al wel eens met tegen de 80 km per uur naar beneden gegaan. Van jaar tot jaarHoe lang deze UVV’ers het nog volhouden is koffiedik kijken. Ze begonnen als actieve 60-ers, zijn inmiddels gevorderd tot de status van nog steeds fitte (bijna) 70-ers. Van jaar tot jaar ‘bekijken maar’ is het devies én zij houden zich vast aan de gedachte, dat Bas van Rooy op 74-jarige leeftijd nog boven kwam…