‘Kiezen we nu de besten? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen’
Meurs (66) zet zich in Utrecht al jaren in om serieus werk te maken van talentontwikkeling met als doel sporters klaar te stomen voor het topsportniveau. Zelf is hij trainer/coach van UBALL Academy O16, na van 1 september 2006 tot en met medio dit jaar Technisch Directeur van deze talentvolle basketbalvereniging te zijn geweest. Tevens is hij coach bij Headstart, een organisatie die zich ten doel stelt (top)sporters en (top)sportorganisaties te helpen om met plezier en enthousiasme alles uit zichzelf te halen.
Meurs is overigens een warm pleitbezorger om mindfulness te integreren in de opleiding en ontwikkeling van spelers én coaches. Hij tikt met beide wijsvingers aan de zijkanten van zijn hoofd en zegt: ‘Daar moet het toch gebeuren.’ Daarnaast nam Meurs, met worstelcoach Hans Galesloot (van Utrechtse worstelvereniging De Halter) het initiatief voor een Leergang Talentencoach aan het Utrecht Talent Centre die maart 2022 van start gaat, de eerste in Nederland. Een Leergang die overigens al is volgeboekt.
Topcompetities
Terug naar de ontwikkeling van talenten tegen het licht van de coronamaatregelen. Meurs, voormalig topbasketballer: ‘Als je het hebt over talentontwikkeling, dan heb je het over 15-20 trainingsuren per week. Daar komen we niet meer aan. Bij de maatregelen van half november zijn de topcompetities stilgelegd, terwijl wedstrijden het ultieme vergelijksmoment zijn.’ En dat kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van talenten. Juist in de leeftijden waarin het lichaam en de geest van een sporter volop in ontwikkeling zijn, zo waarschuwt Meurs.Hij heeft het over ‘Windows of Opportunity’, het tijdsframe waarbinnen het lichaam en de geest van talenten open staan voor een bepaalde ontwikkeling, zowel competitief als cognitief. Is die tijdsspanne afgelopen, dan kan dat impact hebben voor hun toekomst als sporter, denkt Meurs. Voorbeeld: ’11, 12 en 13-jarigen staan open voor nieuwe dingen die je ze in die fase goed kunt aanleren. Daarna komt de pubertijd waarin het ego van het talent meer naar voren komt en ze wat minder toegankelijk zijn. Wat je in die leeftijdsfase dus mist aan wedstrijden, trainingen en trainingsuren kun je nooit meer inhalen. Het aanlerend vermogen op dat specifieke onderdeel is dan weg. Tijdens de eerste lockdown hebben we buiten moeten trainen, op asfalt. Dat is een heel andere ondergrond, dan waarop we normaal oefenen. Fysiek kan dat gevolgen hebben voor talenten die net in de groeispurt zitten, als je botten harder groeien dan je spieren. Met alle gevolgen van dien voor je lichamelijke vorming als sporter.’
Doorstroom
Daarbij tekent Meurs aan dat de eerste reeks coronamaatregelen het hardst zijn aangekomen. ‘Al ben ik wat positiever over de maatregelen bij de tweede lockdown. Bij de eerste mocht niets. We hebben dat gemerkt bij UBALL Academy. Omdat er toen niet meer binnen getraind mocht worden, missen we nu een heel U12 team. Dat belemmert weer de doorstroom naar de U14. Er was tijdens de eerste lockdown ook geen mogelijkheid om Talentendagen te organiseren. We zijn nu geneigd om jongens te kiezen die lang en sterk zijn, want zo zie je een basketballer het liefst. Maar zijn dat ook de besten? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen.’Aan motivatie ontbreekt het de talenten van UBALL Academy niet ondanks alle maatregelen in de diverse fase van de coronapandemie, zo constateert Meurs tot zijn tevredenheid. ‘Ze vragen zelf om oefeningen voor kracht en hun fysieke ontwikkeling. Onze talenten gaan naar dezelfde school en komen elkaar normaal gesproken dagelijks tegen. Maar ik kan me voorstellen dat het anders is bij verenigingen waar de spelers elkaar niet dagelijks treffen buiten hun sport om.’ En dan relativerend: ‘Maar wanneer ben je een topsporter?’
Turnen
Turncoach Eva Gieling (28) bij topsportopleiding Turn4U, dé overkoepelende wedstrijd- en selectievereniging voor de Utrechtse turnverenigingen met als missie de turnsport in Utrecht naar een hoger plan tillen, kan zich vinden in de woorden van Meurs. En ook zij herkent ‘Windows of Opportunity’. En ter introductie maakt ze een vergelijking met een sport als wielrennen. ‘Daar gaat het om één beweging die je heel goed moet kunnen: fietsen. Dat pik je later ook nog wel op, daar zijn voorbeelden genoeg van.’Bij turnen ligt dat anders. Althans, kan het anders zijn, houdt Gieling een slag om de arm. De bewegingen zijn bij turnen anders, complexer. ‘Bij een schroef hebben we te maken met een salto, waarbij je over de kop gaat, en een rotatie om de lengteas. Hoe vaker je deze oefening doet in de leeftijd van 9 tot 12 jaar, des te groter de kans dat het wordt opgeslagen. Een voorbeeld daarvan is topturnster Simone Biles. Die stond vroeger veel op de trampoline en werd door haar broertjes in de lucht gegooid. Daar heeft ze later veel profijt van gehad.’Net als Peter Meurs is Gieling van mening dat de eerste lockdown er meer inhakte dan de tweede. ‘De eerste was kort maar hevig. De tweede duurde langer en heeft daardoor vooral een mentale impact. Maar, het is niet gezegd dat sporters die hun ‘Windows of Opportunity’ missen geen topsporters meer zullen of kunnen worden. ‘Is er inderdaad een gat in de talentontwikkeling dankzij de coronamaatregelen. Dat zullen toekomstige onderzoeken moeten uitwijzen.’