'Ik had het niet beter kunnen doen'
In de vroege ochtend (in Japan was het half zeven) doken 25 olympische deelnemers in het zoute water van het Odaiba Park in Tokio. Van Rouwendaal (27), na haar olympisch goud in Rio de Janeiro een van de favorieten, zwom al snel in de kopgroep mee en nam de zesde positie in. 'Ik wilde achter de koploper liggen, zodat niet iedereen op mij zou letten' zou ze na de race haar tactiek uitleggen.De kopgroep werd lange tijd aangevoerd door Ana Marcela Cunha, de Braziliaanse die Van Rouwendaal vaker tegenkomt in de top van het openwaterzwemmen. Slechts eenmaal moest zij die afstaan aan de Amerikaanse Twitchell en even later aan de Duitse Beck.Enkele honderden meters voor de finish zwom zij echter weer aan kop. Waar Van Rouwendaal normaliter een eindsprint in zou zetten en mogelijk de koppositie over had kunnen nemen met een gouden medaille als resultaat, gingen de andere sprinters met haar mee. Van Rouwendaal: 'Ik heb een slimme race neergezet vandaag, maar de eindsprint was lastig. Ik had ook nog een Australische (Kareena Lee, red) naast me, die een hoge slagfrequentie had. Het was gewoon te warm voor goud. Ik had het echt niet beter kunnen doen.'Van Rouwendaal tikte in een fotofinish negentiende seconde na Cunha aan.