Ieder jaar een kaartje naar Ton
Tijdens Luxemburg – Nederland moest ik zondag ineens terugdenken aan 11 september 1963. Toen stond immers dezelfde wedstrijd ophet programma.Alleen was het uitduel toen omgezet naar De Kuip, omdat de KNVB bij het thuisvoordeel, mede vanwege het geldelijk gewin, hoopte op een gunstige sportieve uitslag. Dat viel lelijk tegen: het bleef 1-1 en in het kader van de EK-kwalificatie een lelijke tegenvaller.Het was ook de laatste wedstrijd van Ton van der Linden, zijn 24e interland bleek geen waardige afsluiting van zijn loopbaan als international. Bij zijn 17 doelpunten kon hij er tegen deze povere opponent niet eentje aan toevoegen, hem en de overige spelers restte een schril fluitconcert. Gelukkig is er een DVD bewaard gebleven waarop zijn fraaie goals nog eens herbeleefd kunnen worden, zoals die tegen Bulgarije (3x) en Hongarije (2x), volgens Ton zelf ‘de beste interland die hij ooit speelde’.Gelukkig ben ik in de omstandigheid om deze wedstrijden nog eens met hem door te nemen bij mijn maandelijkse bezoeken aan Ton. Dan neem ik altijd mijn plakboeken mee en vaak ook het boek ‘Tonny’ van mijn ex-collega Martin Donker. Meestal lukt het dan om nog wat treffers te reconstrueren, waarbij hij veelal met een lachje opmerkt: ‘Tja, ik was niet zo’n slechte...’Om vervolgens een tikkeltje trots om zich heen te kijken naar zijn medebewoners in het verzorgingshuis, wijzend naar de foto uit het plakboek.Aan de muur van de recreatiezaal hangen twee foto’s van Ton: een portret en een elftalfoto. Juist met die laatste afbeelding heeft hij opvallend weinig moeite. De namen van zijn medespelers van destijds komen vrij vlot uit zijn geheugen, waarin verder nog maar weinig plaats is voor de actualiteit van het heden. Gelukkig zijn er die flarden van herinneringen die de bezoekjes aan hem steeds weer de moeite meer dan waard maken.
Ook al zegt hij iedere keer wanneer ik binnenstap: ‘Nou, dat is ook een tijd geleden dat ik je zag.’
Vier jaar geleden hebben we zijn verjaardag nog in de Van der Linden Zaal in Stadion Galgenwaard gevierd, samen met onder anderen zijn zoon John, FC Utrecht-eigenaar Frans van Seumeren, stadionbouwer Joop Leliveld, Hans Kraay senior en Gert van Es, die een en ander op papier heeft gezet in de Oud Utrechter.De gebakjes gingen er destijds vlot in, evenals de verhalen die voormalig teamgenoot Kraay op de hem bekende, en dus smeuïge wijze, boven tafel haalde. Van der Linden genoot zichtbaar van de waardering die daar werd uitgesproken en van de warme belangstelling.Op 29 november zal ik hem zeker weer een bezoekje brengen wanneer hij aan zijn 85e levensjaar is begonnen. Precies zoals Klaris Wallenburg uit Houten heb ik nog steeds de beelden in mij vastgelegd van de verfijnde techniek en de onvergetelijke voltreffers van Ton.Ik zal hem voor de zoveelste keer vertellen hoe ik als jochie van vijftien jaar stond te juichen in De Goffert toen Ton de winnende achter Jan van der Wint knalde en DOS in 1958 de landstitel bezorgde. ‘Tja, die zat er lekker in, die Lange was helemaal verrast’, zal hij waarschijnlijk weer opmerken.En samen zullen we dan weer glunderen van een moment dat onvergetelijk is.
Wil je dit artikel nog eens rustig op papier nalezen? Bestel deze editie