... en toen werd DOS landskampioen
'Plaats van handeling was het geheel uitverkochte stadion De Goffert in Nijmegen.'Journalist Hans van Echtelt haalt herinneringen op van een mooie tocht achterop de Norton naar Nijmegen, zestig jaar geleden.'Ik studeerde destijds op een internaat in het Brabantse Uden en mocht slechts enkele weken per jaar buiten de poorten van dit gebouw vertoeven. Desondanks volgde ik toen, als jochie van vijftien, trouw de prestaties van DOS, via krantenverslagen die aan mij door bevriende studiegenoten trouw werden doorgegeven. Zelf mocht ik als vijftienjarige priesterstudent geen dagbladen lezen; de stukjes uit dagblad de Volkskrant werden steevast uitgeknipt en door mij wekelijks in een schriftje geplakt.Zodoende wist ik dat de voetballende Kanaries het in juni 1958 op een beslissingswedstrijd hadden laten aankomen door de laatste competitiewedstrijd 3-3 te spelen bij NOAD. Met die uitslag in het achterhoofd wendde ik me tot de prior van ons internaat met de wat overmoedige vraag of ik naar het duel in Nijmegen mocht. ‘Wanneer je zelf het vervoer kan regelen, zal ik voor deze keer een uitzondering maken en mag je een paar uur uit Uden weg’, zo luidde zijn antwoord. Waarop ik juichend zijn kamer verliet.Ik wist immers dat ik een sportieve broer had die in het eerste elftal van SVF in Cothen voetbalde en vrijwel zeker bereid zou zijn om met mij de wedstrijd in Nijmegen te bezoeken. Dat gevoel klopte, hij zou op zijn motor, type Norton, op 15 juni naar Uden rijden om mij op te halen om vervolgens spoorslags naar Nijmegen door te reizen. Het was gelukkig een zonovergoten dag en ik kon in korte broek achterop mee. KaartjesHet grootste probleem was niet de reis per motor naar Nijmegen maar het feit dat het hem niet gelukt was bij sigarenmagazijn Ben van Leur aan de Nachtegaalstraat in Utrecht twee kaartjes te bemachtigen in de voorverkoop. ‘We gaan er op de bonnefooi heen en zien wel of het lukt alsnog aan een kaartje te komen’, was zijn bemoedigende reactie. En inderdaad, op het parkeerterrein naast De Goffert was een levendige handel in zwarte kaartjes bezig toen we daar gearriveerd waren. Mijn broer, die een stuk doortastender is dan ik, had binnen de kortste keren twee toegangsbewijzen veroverd, weliswaar voor het dubbele van de prijs, maar dat kon hem niet schelen. ‘Zo’n kans krijgen we nooit meer, ik betaal wel voor je’, zo luidde zijn reactie.Voor dat royale gebaar ben ik hem mijn hele leven dankbaar gebleven, zelfs nu hij intussen 85 jaar oud is. Hoe het destijds is afgelopen in Nijmegen, weten alle rechtgeaarde voetballiefhebbers natuurlijk nog precies. Dat Tonny van der Linden na 109 minuten – er werd verlengd vanwege de 0-0 stand in de reguliere speeltijd - in de zinderende zon de winnende achter doelman Jan van de Wint schoot, staat nog op ieders netvlies. Ook het mijne want ik was een van de eersten in het stadion die juichend, samen met mijn broer, opsprong om dat historische doelpunt te begroeten.Mijn collega Ad van Liempt, naast wie ik bij de thuiswedstrijden van FC Utrecht op Vak P zit, heeft een mooi boek over dit kampioenschap geschreven met als titel ‘Het Wonder van Utrecht’. Geregeld blader ik er in om dat legendarische seizoen nog eens te herbeleven. En natuurlijk heb ik het boekwerkje ooit aan mijn oudste broer cadeau gedaan want zonder zijn ‘motorische’ en vooral ook geldelijke medewerking zou ik deze historische sportgebeurtenis van precies zestig jaar geleden gemist hebben.'