De verkeerde vlag wapperde op sportpark
De daders van de ‘verkeerde vlag’ meldden zich niet direct, maar al snel werden hun namen toch wel bekend in de kleine dorpsgemeenschappen. Sander Kok en Edwin Wiltenburg hadden namelijk hun handtekening gezet onder deze ludieke actie. ‘We hebben de vlag van Cabauw natuurlijk eerst naar beneden moeten halen en vervolgens meegenomen. Die hebben we keurig zaterdagochtend overhandigd aan onze voorzitter Theo Sangers en die heeft de vlag op zijn beurt nog voor de wedstrijd weer teruggeven aan zijn collega van Cabauw. De daders lagen dus niet op het kerkhof.’Het idee ontstond tijdens een tentfeest, feesten die vooral worden gegeven op het platteland. ‘We wilden iets leuks doen’, aldus Kok, die al snel Wiltenburg wist te porren voor zijn idee. ‘Op 21 augustus, toevallig ook nog eens de openingsdag van het seizoen, stond de derby VV Cabauw – SPV ’81 op de agenda. Het was ook nog eens de eerste keer dat die derby werd gespeeld. Dat was dit seizoen mogelijk omdat Cabauw van de zondag overgestapt was naar zaterdag.’In een verder verleden werd door aanhangers van SPV een soortgelijke actie al eens uitgevoerd, weet Kok. ‘Dat was tegen Schoonhoven, ook een beladen derby, een jaar of tien geleden. Schoonhoven werd destijds kampioen in onze afdeling en de spelers zongen na afloop: nooit meer SPV, olé, olé. Dat bleef hangen bij ons natuurlijk.’Toen Schoonhoven echter een paar seizoenen later degradeerde, was het de beurt aan SPV. ‘We hebben toen bij Schoonhoven de SPV-vlag gehesen. En een jaar later moesten we natuurlijk weer tegen elkaar, maar toen hebben we niets ondernomen. Hoorden we later dat leden van Schoonhoven - met Haastrecht en FC Perkouw de grote regionale rivalen van die dagen - in die nacht van vrijdag op zaterdag wacht hadden gelopen op hun eigen sportcomplex. Voor niks dus. Dat zijn leuke dingen.’ Niets geslooptTerug nu naar de nacht van vrijdag 20 augustus 2019 op zaterdag 21 augustus, de derbydag. Kok en Wiltenburg hebben in het pikkedonker vrij spel op de knusse accommodatie aan de Nicolaas van Catsweg. Onbespied en onopgemerkt kan het duo zijn gang gaan; er is zelfs genoeg tijd het historische moment op beeld vast te leggen. Kok: ‘Maar bij die ene vlag is het niet gebleven. Verspreid over het terrein hebben we nog wel wat meer doeken opgehangen. Een onschuldige actie. Ach, we sloopten niets.’De clubs gaan heel goed met elkaar om, verzekert Kok. ‘Twee keer per jaar klaverjassen we zelfs tegen elkaar. Met twintig koppels gaan wij naar Cabauw en zij komen met twintig koppels naar ons. Wie over die twee avonden de meeste punten heeft, wint de beker. Zo simpel is het.’Er is 0,0 rivaliteit, wil Kok maar zeggen. ‘Ik heb zelfs nog een jaar bij Cabauw gespeeld, in de jeugd. Dat was toen SPV in mijn leeftijdsklasse geen elftal op de been kon brengen. Ik moest toen een paar keer per week met de fiets over een kerkenpaadje – een onverhard soort boerenweggetje – van een kilometer of drie naar Cabauw. Geen pretje als het regende en waaide, met al die hobbels en gaten in het weggetje. Maar ik heb dat seizoen Cabauw als net zo’n fijne club ervaren als SPV. Toch was ik blij dat ik in Polsbroek, mijn woonplaats, een jaar later in het eerste kon gaan spelen. Dat heb ik 15 seizoenen met plezier gedaan. Op m’n 33e ben ik gestopt met prestatief voetbal en nu ben ik leider van mijn voetballende kinderen, uiteraard bij SPV.’ Bloedeloze derbyDe ‘vlaggenactie’ van 21 augustus zorgde natuurlijk voor de nodige gespreksstof, maar daar bleef het verder bij. Kok, salesmanager bij een groothandel: ‘Cabauw had via facebook hun leden nog opgeroepen om de club te steunen bij die eerste derby, maar de wedstrijd eindigde, een beetje teleurstellend, in een bloedeloze 0-0.’Toch heeft Kok, net als 21 augustus het geval was, in zijn agenda een rood kruis gezet op zaterdag 1 februari als de return in de 4e Klasse (West 2) op het programma staat: SPV ’81 – VV Cabauw. ‘Daar wil iedereen bij zijn.’ Of hij echter nog een tegenactie verwacht vanuit Cabauw in de nacht voor die wedstrijd? ‘Daar kan ik me niet over uitlaten,’ zegt hij diplomatiek, ‘we laten ons niet in de kaart kijken.’