Coronavirus geen item tijdens presentatie De Volharding

Dus was de blik gericht op de sportieve ontwikkelingen. Die zien er gezond uit met een nieuwe tak binnen de Utrechtse wielerfamilie: de vrouwen. Tot groot genoegen van voorzitter Cees Pille die zich al snel sinds zijn aantreden sterk maakte voor een vrouwenploeg. ‘Die heb je niet zomaar. Buiten rensters heb je ook een goede begeleiding nodig en de mogelijkheid op niveau te trainen. Plus dat je een goed programma moet kunnen bieden.’Nu, een jaar of twee later, begint een heuse ploeg voorzichtig gestalte te krijgen. Er zijn inmiddels vier meiden met serieuze plannen in het wielrennen en dan kan het snel gaan, weet Pille. Als voormalig directeur van AA Drink is hij gepokt en gemazeld in het vrouwenwielrennen. Jarenlang werd door het bedrijf een vrouwenequipe gesponsord met als uithangbord Leontien van Moorsel en zelfs een Utrechtse in de gelederen, Irene van den Broek.Pille hoopt dat De Volharding op termijn kan doorgroeien naar een multifunctionele vereniging met bijvoorbeeld ook aandacht voor veldrijden en mountainbiken. ‘Maar eerst de vrouwen. Die moet je hebben als je een grote vereniging wilt zijn. Het mountainbiken begint overigens wel een grote vlucht te nemen in Nederland.’ ParalympicsSignalen in die richting waren er ook tijdens de presentatie in Postillion Hotel in Bunnik waar verschillende renners hun liefde voor het mountainbiken openbaarden. Een buitenbeentje bij de eliterenners is Martin van de Pol. Voor de Ameronger breken spannende tijden aan. Hij heeft dit seizoen een ultiem doel, presteren op de Paralympics. ‘Ik heb me al wel gekwalificeerd, maar moet op het WK in juni nog wel vormbehoud tonen.’Wat het coronavirus voor impact zal hebben, kan hij niet inschatten. ‘Dat kan denk ik niemand. Maar ik ga er vooralsnog vanuit dat de Paralympics eind augustus gewoon gehouden worden.’Ondanks zijn handicap, het gevolg van een zwaar schaatsongeluk, rijdt Van de Pol gewoon wedstrijden met valide renners De komende maanden moet de vorm aangescherpt worden in zware koersen. De Ster van Zwolle, de seizoensopening, reed hij niet uit. ‘Zo’n eerste wedstrijd is het heel erg nerveus. Dan blijf ik liever veilig achterin het peloton zitten. Te veilig misschien, maar voor mij staat alles in het teken van Tokio.’ Tweemaal zal hij op hoogtestage gaan. ‘Daar reageert mijn lichaam heel positief op.’ Het parcours in Tokio is bepaald niet voor sprinters, er zal geklommen moeten worden. ‘Niet een echte col, het langste stuk is geloof ik zo’n zes minuten. Het gaat op en neer, het is draaien en keren en dat ligt me wel.’De groep eliterenners van De Volharding is een mix van jonge, veelbelovende gasten en ervaren renners, stelt ploegleider Stephan Bouman. Vorig seizoen werd hij een beetje ingewerkt achter het stuur, nu mag hij de strategie bepalen. De Volharding rijdt zowel de clubcompetitie als de topcompetitie. Waarop ligt het accent? ‘Dat wordt de clubcompetitie. We benaderen beide competities verschillend. In de topcompetitie rijden we mee, in de clubcompetitie willen we de koers mee gaan bepalen. Daarin behoren we tot de tien betere ploegen.’ Onder meer de broers Elke en Melle Nikkels, woonachtig in respectievelijk Utrecht en Doorn, zullen voor de punten moeten zorgen.Het zal overigens puzzelen worden voor de ploegleiding. De groep renners is groter geworden, maar het aantal koersdagen neemt juist af. ‘Toch willen we iedereen de kans geven zich te ontwikkelen.’ PuntenkoersBij de beloften wordt het een en ander verwacht van de 19-jarige Yanne Dorenbos. Hij kwam als nieuweling bij de Volharding en voelt zich er thuis. De Castricummer is net hersteld van een slepende kuitblessure waarbij pas in een laat stadium duidelijk werd wat hij mankeerde. Dorenbos combineert de weg met de baan. In de zomer van 2018 werd hij Europees kampioen bij de junioren op de puntenkoers. Voormalig bondscoach Peter Schep, zelf ooit wereldkampioen in die discipline, stimuleerde hem zich op dat nummer te focussen. ‘Zelf was ik meer bezig met de scratch.’Dorenbos heeft al wel eens getraind met Jan-Willem van Schip, ook een wereldtopper op de puntenkoers. Eind 2018 smaakte de jongeling het genoegen Van Schip op het NK in de laatste sprint te kloppen. Ooit hoopt hij in de voetsporen te treden van de Schalkwijker die deze zomer de olympisch piste betreedt. ‘Op de weg valt meer te verdienen, maar als ik moet kiezen zet ik geld op de tweede plaats. Mijn droom is ooit aan de Olympische Spelen deel te nemen.’