Bert Jacobs weer ‘tot leven gebracht’
‘Opvallend was hoeveel mensen uit de sportwereld graag hun verhaal wilden vertellen. En ook opmerkelijk was voor ons het beeld over een trainer die met zijn aanpak z’n tijd ver vooruit was. Jacobs staat vaak bekend als een clown die de gekste dingen uithaalde in trainingskampen en tijdens wedstrijden maar hij was ook gewoon een heel goede coach.’
Co Adriaanse, Leo van Veen, Han Berger en Marco Cabo waren namens FC Utrecht op het mooie complex in Zandvoort aanwezig om dit betoog te ondersteunen. Bert Jacobs was de man die Adriaanse in 1970 naar Galgenwaard haalde als enige aankoop van de fusieclub. ‘Bert kende me uit de tijd dat we samen bij De Volewijckers actief waren, hij als trainer en ik als verdediger. Ik was op vakantie in Spanje en hoorde daar dat ik in de belangstelling stond van FC Utrecht. Toen is het balletje gaan rollen. En voor ik het wist, voetbalde ik bij Jacobs in Galgenwaard.’
Bert Jacobs kwam in 1970 over van Velox met welke club hij aan de Koningsweg opmerkelijk succesvol was. Topen bij de kersverse fusieclub achtereenvolgens Laszlo Zalai en Evert Mur niet de nieuwe trainer werden, kreeg de jonge Jacobs zijn kans. ‘Ik was uitgenodigd voor een gesprek en dacht dat het om mijn kinderbijslagformulier te tekenen,’ zo leidde hij de aandacht van de journalisten af. Maar het was serieus, de ‘rooie’ moest Galgenwaard weer tot leven brengen.
En dat gebeurde meteen in de allereerste thuiswedstrijd tegen Go Ahead, een klinkende 4-1-zege. Jacobs bouwt het team rond Jan Groenendijk, de boomlange spits die van Elinkwijk is overgekomen waar hij topscorer was. Tegen Feyenoord scoorde Groenendijk een week eerder al binnen een kwartier waarna hij uit de wedstrijd werd geschopt door het krachtdadige duo Israel-Laseroms. Jacobs verloor met 4-1 maar weigerde in De Kuip defensief te spelen. ‘Je ingraven doe je maar op het strand,’ was zijn adagium. En daarmee rekende hij meteen resoluut af met de behoudende speelwijze van voorganger DOS.
Voor het Utrechtse voetbal is de periode-Jacobs baanbrekend geweest. Na de periode ‘DOS kan niets, zelfs niet degraderen’ kwam er een kwajongen in dienst die Galgenwaard weer liet genieten. En die ook geen blad voor de mond nam als er slecht gevoetbald werd, ‘Hotseknotsbegoniavoetbal’ luidde zijn karakteristieke analyse dan. In het boek komen ook zijn prestaties bij Roda JC, Willem II, Seiko SA, Sparta, Fortuna, Vitesse, Gijon, Volendam en RKC aan bod. Maar voor Utrechtse voetbalfans is zijn periode in Galgenwaard de meest onvergetelijke.