Annemiek van Vleuten op pure wilskracht toch nog naar zilver
Er was de afgelopen week heel veel te doen over het voornemen van Van Vleuten om te starten in de wegwedstrijd, ruim een week nadat ze haar pols had gebroken. Was dat wel verantwoord? En bracht ze anderen niet in gevaar? Tal van (gezondheids)deskundigen buitelden over elkaar en het woord ’gekkenwerk’ viel meermaals. Uiteindelijk kreeg Van Vleuten van de artsen het groene licht en dat was genoeg.Want de 37-jarige wilde o zo graag. De in Utrecht (Vleuten) geboren wereldtopper had de Giro Rosa al voortijdig moeten verlaten, terwijl ze in riante positie lag. Uitgerekend aartsrivale Van der Breggen profiteerde en nam haar vorm mee naar de WK, waar ze ‘de dubbel’ pakte: wereldkampioen tijdrijden en wereldkampioen op de weg. ParacetamolletjesHet acht vrouwen sterke oranjeblok was vooraf zwaar favoriet en maakte dat waar. Marianne Vos schudde met nog zo’n vijftig kilometer voor de boeg stevig aan de boom en slechts een 25-tal rensters kon volgen. Van Vleuten nam het stokje op de steilste van de twee beklimmingen over. Maar ze kon niet echt een demarrage plaatsen, eerder was al gebleken dat het haar bij een versnelling moeite kostte om te volgen.De uittredende wereldkampioene had wat paracetamolletjes ingenomen tegen de pijn en die hielpen wel, maar ze miste explosiviteit. Eigenlijk was het wonderbaarlijk dat ze daar reed, met haar linkerarm in stevig wit verband. Van der Breggen overzag de situatie en sprong weg. Elisa Longo Borghini en Cecile Uttrup Ludwig probeerden een achtervolging op touw te zetten, terwijl Van Vleuten geen kopwerk deed om de vlucht van haar landgenote te beschermen. Het drietal raakte steeds verder achterop en de handdoek werd in de ring gegooid. Het uit elkaar geslagen peloton kwam weer bij de achtervolgers. Van der Breggen ging onverdroten door en zegevierde na 143 kilometer met een voorsprong van 1,20 minuten.Op de laatste klim stak Longo Borghini het vuurtje weer aan. Van Vleuten moest eerst passen maar knokte terug. Het duo bleef weg en mocht strijden om zilver en brons. Van Vleuten wilde niets cadeau geven en dus sprintte ze ondanks de gehavende pols gewoon mee. Met succes, het zilver was voor haar, eigenlijk een ongekende prestatie in het licht van de blessure die ze had opgedaan. Longo Borghini zorgde voor Italiaans brons. Marianne Vos won met overmacht de sprint om de vierde plaats. Ellen van Dijk uit Woerden verrichtte bergen werk en eindigde als negentiende. Haar plaatsgenote Floortje Mackaij was door een valpartij flink achterop geraakt maar ging door tot de finish waar ze op bijna 27 minuten als 92ste werd geklokt.