Regionale opleidingsploeg is tevreden over eerste bestaansjaar

DTM bestaat dit seizoen uit de renners: Jesper Beiboer, Micca Blijleven, Gijs Broere, Daan Hilbers, Niels Hilhorst, Thiis Kortes, Spiek Oord, Tycho Parmentier, Tijn Tolboom, Yoep van der Peet, Geert van der Sluijs, Ralph-Karsten van der Vliet, Christian van Gent, Bas Visser en Tijmen Zondag. Laatstgenoemde heeft de nationaal talent status para wielrennen van de KNWU.
Fotocredits: Hugo Schonewille

Een aardig begin. Met die woorden vat Roger Ooms de prestaties van DTM in hun debuutjaar samen. ‘Met een zeventiende plek in de clubcompetitie zaten we slechts één plek achter onze grote broer De Volharding uit Utrecht en hielden we toch maar mooi zeven ploegen achter ons’, concludeert Ooms die als data-analist en als persoonlijk coach deel uitmaakt van het begeleidingsteam van het vorig seizoen opgerichte DTM.

Ooms was in het verleden bij wielervereniging Eemland teammanager en weet uit ervaring dat zo’n eerste jaar in de beloftecompetitie voor de jeugdige renners altijd wennen is. Ooms: ‘De praktijk wijst uit dat de stap van junioren naar de beloften voor de renners best groot is. Niettemin hebben we vorig seizoen een paar mooie resultaten geboekt. Ons eerste jaar in koers mocht er best zijn.’

Maar prestatie, benadrukt Ooms, is niet het primaire doel van DTM’s opzet. ‘Als opleidingsploeg, het woord zegt het al, richten we ons primair op het ontwikkelen van de renners. En aantal renners heb ik vorig seizoen zeker progressie zien maken. En dan heb ik het, zonder de anderen te kort te doen, onder meer over Ralph-Karsten van der Vliet, Stef de Jong en Ole Stoffels. Niet toevallig zijn laatstgenoemde twee overgestapt naar een meer ervaren wielerploeg. Dat we hen zijn kwijtgeraakt betekent dat onze aanpak vruchten afwerpt. Ze rijden nu bij ploegen waar ze de kans krijgen om nog grotere wedstrijden te rijden.’

Gewenning

En nog even specifiek terugkomend op het aspect gewenning in zo’n eerste jaar, vertelt Ooms: ‘Een juniorenwedstrijd rijden of aan de meet staan bij een klassieker is een wereld van verschil. Een klassieker is een apart verschijnsel. En dat voelen de jongens. Het brengt nervositeit met zich mee. Bovendien speelt ook mee dat de renners zich willen bewijzen ten opzichte van de ploeg en die mix van nervositeit en bewijsdrift leidt weleens tot valpartijen. Onze ploegleiders noemen dat ‘oorlog in de polder’.

Vooral de renners van continentale ploegen hebben er een handje van om je zonder pardon van je sokken te rijden
— Spiek Oord

Ooms vervolgt: ‘In een klassieker wordt op het scherpst van de snede gereden en dan moet je als renner zowel technisch als mentaal goed zijn. Dat betekent: snel denken, snel handelen zodat je niet in de berm wordt gereden. Vaak gaat het om je plek opeisen, je niet laten wegzetten, brutaal zijn ja. En dit alles speelt zich af in een fractie van een seconde. Kortom, dat is een leerproces waar onze jonge renners doorheen moeten. Aan het begin van het seizoen zag je bij hen de worsteling, maar naderhand gingen ze de ‘oorlog in de polder’ steeds beter beheersen.’

Talentenproject

Ooms wijst erop dat DTM - te herkennen in hun groenblauwe tenue - een sfeer creëert waarin renners zich veilig voelen en zich goed kunnen ontwikkelen. ‘Sommige talenten hebben meer tijd nodig om tot bloei te komen. En los van de intensieve en persoonlijke aanpak biedt ons talentenproject de renners de mogelijkheid om samen te trainen, omdat ze allen in dezelfde regio woonachtig zijn. Dat is een niet te onderschatten voordeel.’

Ik heb mijn lessen geleerd
— Spiek Oord

Naast een aantal nieuwe renners begroette DTM dit seizoen ook een nieuwe sponsor, ONE (Ouro Nutrition Endurance) geheten. Het bedrijf brengt onder meer een energiedrank op de markt. Ooms prijst het product even aan: ‘Die beduidend minder zoet is dan de gebruikelijke energiedranken. Vaak gaat de zoete smaak in je mond tegenstaan, maar die van ONE niet. Het is een even smakeloos als effectief sportdrankje.’ Verder schafte DTM ook een bus aan waarmee het een groot deel van de renners naar wedstrijden kan vervoeren. Ooms: ‘Dat bevordert de teamgeest.’ Overigens belegde de opleidingsploeg vorig jaar ook een trainingskamp in het Spaanse Calpe. Ooms: ‘Daar hebben de renners zich goed kunnen voorbereiden op het nieuwe seizoen.’

Talent Ralph-Karsten van der Vliet zette eind april de toon. De renner van DTM, woonachtig in Soest, finishte tijdens een clubcompetitiewedstrijd in Simpelveld als tweede. Dat is meer dan een aardig begin. Dat is een uitstekend begin.

Ontwikkeling

‘Het eerste jaar bij DTM is mij goed bevallen’, zegt Spiek Oord die vorig seizoen debuteerde als belofterenner en op zijn achtste met wielrennen begon bij WTC Woerden. ‘Ik heb nog niet bij heel veel wedstrijden voorin kunnen zitten, maar ik heb wel veel geleerd hoe het bijvoorbeeld in de klassiekers eraan toegaat. In die wedstrijden moet je echt knokken voor een plekje in het peloton, dat zoveel meer renners telt dan bij de junioren. Vooral de renners van continentale ploegen hebben er een handje van om je zonder pardon van je sokken te rijden. Daar moet je je tegen wapenen en dat zal ik dit seizoen ook zeker doen. Ik heb in het eerste jaar mijn lessen geleerd.’

De renner met sprintkwaliteiten voelt zich opperbest bij DTM. ‘Ik kan me bij deze ploeg in alle rust ontwikkelen. Ik heb ook erg genoten van het trainingskamp in Calpe.’

Oord zit in het tweede jaar van zijn studie werktuigbouwkunde in Utrecht. De renner uit Loenen aan de Vecht bouwt de trainingen om zijn lessen heen. Oord: ‘Ik train zo’n vijftien uur in de week, maar dat moet ook wel wil je meekomen in het peloton. Vooral als je in wedstrijden met continentale ploegen rijdt, ligt het tempo heel hoog.’

Ole Stoffels (19) keerde DTM na één seizoen de rug toe. De Amersfoorter, geboren en getogen in de Keistad en op jonge leeftijd begonnen bij WV Eemland, heeft in Dutch Food Valley Cycling Team dit seizoen een nieuwe ploeg gevonden. Een logische vervolgstap vindt hijzelf. ‘Food Valley bestaat als ploeg al wat langer, is goed georganiseerd en het team biedt mij een nog mooier programma dan dat ik bij DTM had. Bovendien kan ik mij bij Food Valley meten met nog betere renners. Voor mij is dit echt een stap vooruit.’

Voor mij is dit een stap vooruit
— Ole Stoffels

De ambitieuze Stoffels kijkt met een goed gevoel terug op zijn periode bij DTM. ‘Als eerstejaars belofte heb ik er veel geleerd. DTM is een ploeg voor en door renners, dus ik heb ook mijn steentje bijgedragen bij de organisatieontwikkeling van de ploeg. Ik kijk daar met plezier op terug.’

Vorige
Vorige

Bart Lemmen kan in Dauphiné zich meten met Tourvedetten

Volgende
Volgende

David Min naar FC Utrecht