Ervaren Wilco Kelderman en debutant Lars van den Berg klaar voor de Tour

Ze zullen er begin dit jaar nauwelijks rekening mee hebben gehouden maar Wilco Kelderman en Lars van den Berg zijn twee van de veertien Nederlanders die de komende weken in het epicentrum van het wieleruniversum staan. De een, Barnevelder Kelderman, een gelouterde veteraan wat grote ronden betreft. De ander, de oudste van twee broers uit De Meern, een debutant in het grootste wielerspektakel ter wereld. ‘De Tour is waar je van droomt.’

Wilco Kelderman
Fotocredits: Team Jumbo Visma

Wanneer er een ranglijst bestaat van renners die geplaagd worden door valpartijen, behoort Wilco Kelderman ongetwijfeld tot de kampioenen. Bij geen renner voelt Het Onheil zich zo thuis als bij de sierlijke pedaleur. Een onoplettende automoblist, een massale crash in het peloton of even achterom kijken, in elke denkbeeldige situatie loert voor Kelderman de pechduivel.

Dat hij niettemin tot de beste ronderenners behoort van zijn generatie illustreert wel zijn grote talent. Kelderman haalde al zesmaal de top10 in een grote ronde en zelfs eenmaal het podium (in 2020 derde in de Giro). Daarmee is hij een van de succesvolste Nederlandse klassementsrenners van de afgelopen twintig jaar. Alleen Steven Kruijswijk eindigde één keer vaker in de top10, terwijl Bauke Mollema net als Kelderman op zes staat.

Schril contrast

De fysieke malheur van Kelderman – elk jaar staat hij wel een paar maanden aan de kant – staat in schril contrast met de koersdagen van een ploeggenoot bij Jumbo-Visma. Wanneer hij van start ging haalde Wout van Aert meer dan 150 keer op rij ook de finish. Geen enkele renner in het peloton kan zo’n flonkerend cijfer overleggen. Het heeft ongetwijfeld te maken met zijn achtergrond als cyclocrosser. Want ook in het veldrijden valt de Belg zelden uit, de teller staat reeds op meer dan 200 onafgebroken, uitgereden crossen.

Kelderman zou dit jaar de Giro en niet de Tour rijden, maar een val in de Tirreno-Adriatico verstoorde zijn programma. Na het wegvallen van Kruijswijk werd hij toegevoegd aan de Tourequipe die volledig in dienst zal rijden van Jonas Vingegaard. In de Ronde van Zwitserland moest hij wedstrijdritme opdoen. De openingstijdrit was bepaald niet hoopgevend, maar Kelderman herstelde zich uitstekend in de bergen en bewees met de vierde plaats in het eindklassement klaar te zijn voor een nieuw avontuur. Net als ploeggenoot Dylan van Baarle, getuige de grootste wijze waarop de oud-Veenendaler de nationale titel veroverde.

Traantje

Lars van den Berg kreeg enkele dagen na zijn terugkeer van de Route d’Occitanië - waarin hij bijna zijn eerste profzege boekte - een telefoontje van Groupama-FDJ. Of hij zijn koffers kon pakken voor een vertrek naar Bilbao, waar de Tour zou starten. Hij moest een traantje wegpinken, vertelde hij aan het online medium Wielerflits. Van vreugde, voor alle duidelijkheid.

Het wordt Van den Bergs derde grote ronde, na twee keer de Giro. In mei moest hij door ziekte de Italiaanse etappekoers verlaten. ‘Het is wel bizar. Was dat niet gebeurd, dan had ik nu niet de Tour gereden.’

Hij heeft er enorm veel zin in. ‘Alleen weet ik niet zo goed wat ik moet verwachten. Ik vermoed een continu gekkenhuis en laat alles maar op me afkomen.’

Tijdens de ploegenpresentatie in Bilbao genoten de twee van het wielergekke Spaans Baskenland. Om vervolgens de focus meteen te richten op zaterdag, wanneer de Tour nu eens niet begint met een tijdrit. Sterker, het is meteen alle hens aan dek. Officieel heet het ‘een heuveletappe’, maar wanneer zelfs Mathieu van der Poel vreest voor de steile pukkel in de finale – de 2 kilometer lange Cote de Pike loopt in de laatste kilometer zelfs meer dan 13 procent omhoog – zal niemand zich kunnen verschuilen.