Atlete Femke Bol sluit olympisch toernooi af met derde medaille
Als vierde begon Femke Bol in de finale van de 4x400 meter aan haar slotronde. Wilde de vrouwenestafetteploeg nog een medaille dan moest de Amersfoortse tenminste een atlete inhalen. Dat is Bol wel toevertrouwd. Eigenlijk twijfelde niemand dat ze er nog twee zou passeren en zo geschiedde. Zilver voor het Oranje kwartet, overigens op eerbiedige afstand van de ongenaakbare Amerikaanse ploeg die net boven het wereldrecord bleef.
Femke Bol, Lieke Klaver, Lisanne de Witte en Cathelijn Peeters waren dolgelukkig. Nedeland had weliswaar aan het begin van het olympisch toernooi historisch goud gepakt op de 4x400 meter gemengde estafette dankzij een fenomenale eindsprint van Bol, maar juist zij had een mentale dreun te verwerken gekregen. Op de 400 meter horden moest ze ‘na een van mijn slechtse races ooit’ slechts genoegen nemen met brons. Bovendien had een andere vaste schakel, Lieke Klaver, de individuele finale van de 400m vlak gemist.
Op de 4x400 meter, het slotstuk op de olympische baan in het Stade de France, werd revanche genomen. Startloopster Klaver gaf het stokje als tweede door, waarna De Witte en Peeters een beetje terrein prijsgaven. De Amerikaanse ploeg met onder meer hordenkampioene Sydney McLaughlin-Levrone, lag al gauw mijlenver vooruit, maar de strijd om de overige twee medailles was open. Een kolfje naar de hand van Bol die met een krachtige eindsprint het zilver veilig stelde in een nieuw Nederlands record van 3.19,50.
‘Het is echt niet normaal’, vertelde ze tegen de NOS. ‘Nee, dit went nooit. Het is zo bijzonder. Ik ben zo trots op de ploeg. Ik voelde dat ik sterker was dan de andere meiden, maar het is dan nog echt niet makkelijk om ze in te halen. Ik dacht, op 300 meter moet ik bij ze zitten en dan gaan. En dat lukte.’