Annelies van Dijk combineert slee met trampoline
Annelies van Dijk was bekend als trampolinespringster. Na vijftien Nederlandse titels en meer dan twintig titels met het team gooide Van Dijk het roer om en sprong op een sleetje. Sinds 2022 doet de Veenendaalse aan skeleton, waarmee op de buik liggend wel 140 kilometer per uur kan worden behaald.
VEENENDAAL - ‘Ik heb jarenlang geturnd, de laatste jaren specifiek op de trampoline,’ begint de negentienjarige sportster haar verhaal. ‘Ik trainde ook onder leiding van Kimberley Bos (zie kader onder dit artikel, red). Door haar kreeg ik belangstelling voor skeleton. Ik heb een interesseformulier ingevuld en ik kreeg een uitnodiging voor een testdag op Papendal. Er werd daar getest voor bobslee en skeleton. Ik ben klein en licht, dus skeleton paste beter bij mij. Dat sprak mij ook het meeste aan. Na die testdag kreeg ik de vraag of ik meekon op stage naar Oostenrijk. Dat was natuurlijk prachtig, maar het feest ging niet door. Kort voor vertrek kreeg ik corona. In de zomer van 2022 begon het gehele circus opnieuw. Weer kreeg ik de uitnodiging voor de stage. Op Papendal heb ik me voorbereid, maar in Oostenrijk werd het serieus.’
Gecrasht
‘In het trainingskamp moest ik echt de slee op. Ik werd in bocht 5 losgelaten en daarna moest ik het zelf uitzoeken met de theorie die ik geleerd had op Papendal. Door in bocht 5 te starten krijg je niet direct te maken met de startprocedure. Voorzichtig beginnen, maar toch met een snelheid van zo’n 80 km/u naar beneden. Dat was wel heftig. ‘Wat overkomt me nu?’ dacht ik. Het leek wel een achtbaan in de Efteling. Maar eenmaal beneden wilde ik nog maar één ding: nog een keer! Ik heb in het trainingskamp een aantal runs gedaan. Ik ben zelfs gecrasht, maar toen had ik wat aan mijn turnachtergrond. Als je bij het turnen valt is het opstaan en opnieuw proberen. Dat gold voor de skeleton ook. Crashen en opnieuw naar beneden. Er kwam heel veel op me af, snelheid, G-krachten en tenslotte ook starten. Dan begin je bij het begin van de baan: sprinten, springen en dan naar beneden, met snelheden tot wel 100 km/u. Dat is pas echt leuk. Op een sleetje springen hadden we op Papendal geoefend, maar in het echt is dat nog veel heftiger.’
Tijdens het trainingskamp werd het wedstrijdschema doorgenomen: Lillehammer in Noorwegen, Bludenz in Oostenrijk, Winterberg in Duitsland en Innsbruck in Oostenrijk. De meeste wedstrijden bestaan uit twee dagen, met twee runs per dag. Om de tweede run te mogen maken moet de skeletonster na de eerste run bij de eerste twintig deelnemers zitten. De tweede dag staat los van de eerste dag, zodat per weekend vier runs mogelijk zijn.
‘De wedstrijden in Lillehammer telden mee voor de Europa Cup. Nederland heeft geen eigen competitie, dus mijn eerste wedstrijd was direct internationaal,’ vervolgt Annelies van Dijk haar verhaal. ‘In Lillehammer verprutste ik mijn eerste run al bij de start, een plek bij de eerste twintig zat er al niet meer in. Misschien had ik wel te hoge verwachtingen van mezelf. Op de tweede dag was de start een stuk beter, maar maakte ik nog teveel fouten. Het was wel een enorm mooie ervaring.’
In Bludenz kreeg Van Dijk te maken met een baan met slechts zes bochten. ‘Dat leek niet zo moeilijk, maar schijn bedriegt. We hadden een lastige trainingsweek achter de rug en ik besloot voorzichtig naar beneden te gaan. Maar in bocht 1 zat ik al in de muur. Ik heb die run wel afgemaakt. Op de tweede dag moest ik als eerste naar beneden. De start ging goed, evenals de rest van de run, maar nog niet goed genoeg voor een tweede run. Ook ‘Bludenz’ was een leerzame ervaring.’
Wereldkampioenschap
‘In het Duitse Winterberg werd het Junioren WK gesleed. Om daaraan mee te mogen doen moest je minimaal drie wedstrijden hebben gesleed op minimaal twee verschillende banen. Ik had vier wedstrijden meegedaan, dus mocht ook naar het WK. De eerste run ging slordig. Ik eindigde als zeventiende, op de laatste plaats. Maar ik mocht ook de tweede run van de dag doen, voor het eerst! Ik eindigde als zestiende, in het klassement Onder 20 jaar zelfs op de zesde plaats.’
Innsbruck was het laatste onderdeel van de tour. In Oostenrijk vond de EK junioren plaats waar 21 deelnemers aan de start verschenen. Van Dijk startte als tweede en werd 18e, dus mocht ook de tweede run doen. Op de tweede dag vergooide ze in de eerste run haar kansen, maar bereikte toch de tweede run. Uiteindelijk werd ze 15e in de categorie Onder 23 jaar en 8e in de categorie Onder 20 jaar. ‘
Van Dijk kijkt met een heel positief gevoel terug op haar eerste seizoen op het ijs. Ze leerde veel en is zichzelf ook wel tegengekomen. ‘Ik leer de slee steeds beter te begrijpen en ik durf steeds meer te proberen. Dit seizoen was bedoeld om te onderzoeken of ik het kan. Ik houd wel van de kick en ik hoop dat ik door mag gaan van de Bob- en SleeBond. We hebben met NewCold een goede sponsor en met een eigen bijdrage is een seizoen goed te doen. Het is wel schipperen met de studie aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (waar ze studeert aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding), maar daar hoop ik over anderhalf jaar vanaf te zijn. Volgend jaar kom ik dan uit in de categorie Onder 23 jaar. Ik sta nu al te popelen. Het mooiste zou zijn om in 2026 de Olympische Spelen in Milaan mee te mogen maken, en anders in 2030 van de partij te kunnen zijn. Ik ben dan 26 jaar en ik hoop dan voldoende ervaring te hebben voor een mooi resultaat.’
Turnen
De sportcarrière van Annelies van Dijk begon met zwemdiploma’s. Daarna mocht ze op turnen bij Sparta in Veenendaal. Vervolgens volgden lidmaatschappen bij Exalto in Lunteren, DFS Opheusden, SV Twello, voordat ze zich aansloot bij Turnschool Rijssen. ‘Ik was al verschillende keren Nederlands kampioen geworden, toen ‘Rijssen’ me vroeg om het team aan te vullen. Ik kwam als twaalfjarige in het team en ik kon direct meekomen. Met Turnschool Rijssen hebben we de laatste jaren het trampolinespringen in Nederland wel gedicteerd, met vele nationale titels. In het trampolinespringen is een Europees kampioenschap het hoogst haalbare. Ik heb daar driemaal aan meegedaan.’
Combinatie
Ze zal de turnsport niet vaarwel zeggen, ook niet als het skeleton goed blijft gaan. Het liefst blijft ze de sporten combineren. ‘Skeleton in de wintermaanden en trampolinespingen in de zomermaanden.’
De laatste jaren zijn turbulent verlopen voor Annelies van Dijk. ‘Vier jaar geleden heb ik mijn voet gebroken, kregen we te maken met corona, moest na mijn voetbreuk de schroef weer worden verwijderd en scheurde ik mijn enkelbanden. In september van het afgelopen jaar sprong ik nog op het EK, met naar later bleek een enkelblessure. Ook op het NK in december heb ik volop mee gesprongen en zijn we met het team op drie disciplines Nederlands kampioen geworden. Of ik in mei nog meedoe aan het NK individueel? Mijn trainingsritme is niet heel stabiel, terwijl de concurrentie stug doortraint. Ik twijfel nog.’
Kimberly Bos eerste Nederlandse skeletonster met WK medaille
Kimberly Bos (29) is een professioneel skeletonster. Bos was afgelopen jaar al de eerste Nederlandse die bij het skeleton een medaille op de Olympische Spelen wist te pakken. Bij de Spelen van Beijing behaalde ze brons, in Pyeongchang behaalde ze nog een achtste plaats.
Op het WK 2023 in het Zwitserse Sankt Moritz won Bos eind januari een zilveren medaille. Het verschil met de Duitse wereldkampioen Susanne Kreher was na vier rondes slechts 0,01 seconde. Vorig jaar werd de Edense in dezelfde Zwitserse plaats eerste bij de Europese kampioenschappen. Dit jaar eindigde Bos als vierde op het EK.